Kleurrijk bezocht directeur Mieke Janssen van Art 1 Midden Nederland. Lees hier het  verslag.

 Verslag van de bijeenkomst bij Art 1 Midden Nederland in Utrecht, op donderdag 3 juli 2014.

Aanwezig waren tien personen, uit Amsterdam, Hoogeveen, Nijmegen, Rotterdam, Utrecht, Zaandam en Zoetermeer.

Naar aanleiding van het rapport van de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie van de Raad van Europa en het rapport ‘Ervaren discriminatie in Nederland’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau wilde Kleurrijk Platform een handreiking doen aan met name locale politici. Hoe kun je als raadslid racisme en discriminatie bestrijden in je eigen gemeente? Welke methoden en strategieën bestaan er?  

Kleurrijk was te gast bij Mieke Janssen, directeur van Art 1 Midden Nederland, op het kantoor van haar organisatie. Dit anti-discriminatie bureau adviseert de 26 gemeenten in de provincie Utrecht en is de plek waar personen die zich gediscrimineerd voelen een klacht kunnen indienen. Janssen hield een inleiding over de meest voorkomende vormen van discriminatie in Nederland, naar aanleiding van de klachten die het kantoor ontvangt en het onderzoek dat de medewerkers uitvoeren.  Daarnaast vertelde ze over de organisatie Art 1 zelf.

1 Organisatorisch:

Een recente activiteit van Art 1 in Utrecht was een advies schrijven aan alle partijen die meededen in de gemeenteraadsverkiezingen in de provincie, op basis van de plaatselijke verkiezingsprogramma’s, om aan te wijzen wat de locale politici meer zouden kunnen doen aan discriminatie-bestrijding. Het advies aan GroenLinks in Utrecht en het algemene advies aan alle gemeenteraden in de provincie kregen wij mee. Heel in het kort: Art 1 adviseerde de stimulering van inter-etnisch contact en het werk maken van discriminatie op scholen en arbeidsdiscriminatie.

Het bureau was tot 1,5 jaar geleden vrij onbekend in de provincie. Medewerkers zijn eropuit gegaan om partners te vinden en samen met andere organisaties campagnes te voeren, zoals tijdens de Roze Zaterdagen, Week van de Mix en de Bevrijdingsfestivals op 5 mei. Mieke Janssen noemde GL de meest natuurlijke bondgenoot van Art 1, maar de organisatie stelt zich onafhankelijk op.    

Wat betreft de organisatie zelf wilde Mieke Janssen nog kwijt dat Art 1 Midden Nederland gefinancieerd wordt door het Rijk, en hiernaast geld ontvangt van Amersfoort en Utrecht. De financiering is enigszins een probleem, want elke gemeente krijgt een bedrag om vrij te besteden aan anti-discriminatiemaatregelen. De meeste gemeenten steken het in de provinciale Art 1 bureaus, maar sommige gemeenten besluiten dat ze het zelf beter kunnen, of ze vragen vrijwilligers om een kantoor te bemensen waar mensen hun beklag kunnen doen.  Mieke Janssen waarschuwt voor het verdwijnen van de specialistische kennis van de professionals en verzoekt de aanwezige GroenLinkse politici om dit in de gaten te houden.

2 Inhoudelijk:

Wat kunnen politici doen om discriminatie tegen te gaan, racisme te bestrijden en emancipatie te bevorderen. Hun invloed is nu eenmaal beperkt, en dat geldt zeker voor gemeenteraadsleden.

Mieke Janssen vertelt over ‘best practice’ Amersfoort, een voorbeeld van hoe anti-discriminatiemaatregelen succesvol kunnen zijn. Amersfoort heeft anti-discriminatie onderdeel gemaakt van de gemeentelijke aanbestedingen en de gemeentelijke subsidieverordening.  Elke organisatie die subsidie ontvangt moet een diversiteitsbeleid voeren. Mieke Janssen:  ‘Hiermee bereik je in één keer heel veel organisaties met je boodschap.’

Art 1 Midden Nederland merkt de volgende specifieke gevallen van discriminatie op:

De eerste groep: jongeren

-Discriminatie van migrantenjongeren op de arbeidsmarkt, op het gebied van werk, stages en schooluitval.

Een ketenaanpak is het best; hiervoor is een methodiek ontwikkeld.

Op verschillende plekken worden jongeren gediscrimineerd.  Sport is een terrein. (Dit onderwerp raakte een snaar bij de aanwezigen. Hier hadden veel mensen ervaring mee en een standpunt over.) Het komt kwantitatief niet zo vaak voor, maar de discriminatie die voorkomt is wel zeer agressief.

Dit wordt in de provincie Utrecht recent goed opgepakt.

Het Platform INS (de opvolger van Islam en Dialoog) is een plek voor meer informatie over discriminatie in en van  sportclubs.

Scholen zijn een andere plek. Een onderzoek heeft uitgewezen dat 19 procent van de jongeren in de provincie vertelde op school te maken te hebben gehad met discriminatie.

Andere plek: de stagemarkt.  Hiervoor adviseert Art 1 om als politiek indirect invloed uit te oefenen, bijvoorbeeld via het UWV en via subsidies en aanbestedingsopdrachten.

Voor meer informatie naar discriminatie van jongeren op de arbeidsmarkt, zie het onderzoek van De Faam uit Amersfoort, een school voor praktijkonderwijs.

De tweede groep: zwangere vrouwen en vrouwen die net zijn bevallen. Nederland is topscoorder op discriminatiegebied. Mieke Janssen adviseert een campagne om vrouwen op hun rechten te wijzen.

3 Wat kunnen raadsleden zelf doen

Raadsleden kunnen ervoor zorgen dat hun gemeente lid wordt van de ECCAR, de Europan City Councils Against Racism. Dit is een Europese organisatie, waar tot dusver slechts 1 Nederlandse gemeente bij is aangesloten. ECCAR heeft een 10-punten programma ontwikkeld om een niet-discriminerende gemeente te worden en te blijven.

Een onafhankelijke commissie toetst of de gemeente eraan voldoet. De Nederlandse vertegenwoordiger van ECCAR is Cor van der Griend, en hij kan adviseren over het hoe en wat. Deelname aan het ECCAR programma kost een gemeente een paar honderd euro per jaar. Als men aan de 10 eisen voldoet, wordt de gemeente gecertificeerd.

De punten zijn te vinden op de voorpagina van de website van ECCAR.

Mieke Janssen vertelde dat de Belgische stad Gent een heel goed beleid voert op dit punt. Een tripje naar Gent zou zeker geen kwaad kunnen.

Naar aanleiding van de certificering door ECCAR kwamen vragen en verhalen los bij de Kleurrijke aanwezigen. Men vergeleek ECCAR met de certificering tot ‘Millenniumgemeente’ of de deelname van gemeenten aan ‘Agenda 22’, het Europese programma om als gemeente te voldoen aan eisen van fysieke toegankelijkheid. Huri waarschuwde voor moeheid bij gemeenten om aan nog weer een programma mee te doen.

Als plek om allerlei concrete informatie op te halen over (gemeentelijk) beleid op het gebied van racisme, discriminatie en emancipatie werd de website Republiek Allochtonië genoemd.  

4 Tot slot

Iedereen, gemeenteraadslid of niet, kan altijd een beroep doen op de regionale Art 1 kantoren. Zij zijn vraagbaak, hebben materiaal, hebben cijfers en weten die anders snel te vinden. Schroom niet om in je provincie contact op te nemen om een motie of amendement met cijfers en andere informatie te kunnen ondersteunen. Daar zijn deze bureaus voor.