dinsdag 29 mei 2012 - Tofik Dibi heeft het initiatief genomen tot een overleg met het Kleurrijk Platform. Hij stelde voor om te spreken over diversiteit en diversiteitsbeleid in de partij. Het bestuur van het Kleurrijk Platform is op deze uitnodiging ingegaan omdat we het van belang vinden om over dit onderwerp in gesprek te zijn met zoveel mogelijk politici, Kamerleden en bestuursleden van GroenLinks. Hieronder een kort verslag van het vraaggesprek. We hebben vooral de opvattingen van Tofik weergegeven zonder verder commentaar positief of negatief van de kant van het bestuur.
Wat is je visie op diversiteit binnen GroenLinks?
TD: Ik denk dat GroenLinks diversiteit belangrijk vindt, maar dat er binnen de partij nog veel verbeterd kan worden. Veel nieuwe Nederlanders en jongeren voelen zich aangetrokken tot GroenLinks, maar worden niet actief. Binnen de partij kan veel meer gebruik gemaakt worden van mensen die over bepaalde onderwerpen veel weten. Zowel leden als niet-leden kunnen en willen meedenken. Nu ontstaan standpunten te geïsoleerd, er is geen sprake van cocreatie.
Hoe bereikt GroenLinks het ideaal van een multiculturele samenleving?
TD: Het valt me op dat in het integratiedebat een scheidslijn lijkt te liggen tussen het ‘schuld-denken’ (door rechts) en het ‘slachtoffer-denken’ (door links). Als je door een politieke partij gezien wordt als een zwakkere die in bescherming moet worden genomen, dan zal je niet snel actief worden in die partij. Ik vind dat GroenLinks van beide denkbeelden afstand moet nemen. In het verkiezingsprogramma zou onder het kopje ‘integratie’ de tekst ‘gewoon’ moeten staan. Het gaat immers om ‘gewone’ mensen, met problemen en oplossingen die onder alle bevolkingsgroepen te vinden zijn. Alle mensen dromen dezelfde dingen. En je moet de meerwaarde kunnen zien van diversiteit binnen de samenleving en binnen de partij. Een multiculturele samenleving is rijker, innovatiever, wat verder gaat dan leuke winkeltjes en lekker eten. GroenLinks moet de doelgroepen dan ook betrekken bij het ontwikkelen van onze standpunten en het toetsen aan de realiteit.
Hoe kijk je terug op de afgelopen tijd?
TD: Ik heb nooit het idee gehad dat het verzet binnen GroenLinks tegen mijn kandidaatstelling voortkomt uit discriminatie. Sommige mensen uit de omgeving zien dat wel zo, vooral veel allochtone jongeren zeggen nu: ‘zie je wel’. Ik denk het niet. In het eerste jaar in de kamer heb ik wel het gevoel gehad me te moeten bewijzen, mede vanwege mijn jonge leeftijd. Maar GroenLinks heeft me nooit beoordeeld op mijn afkomst.
Twee successen van de afgelopen jaren zijn het Integratiemanifest ‘Zeau 2001’ en het Kinderpardon. Er is ook kritiek geweest, bijvoorbeeld op de Final Fatwa. Ik begrijp die kritiek, maar ben het er niet mee eens. Ik ben rebels en gebruik af en toe expres harde woorden om een bepaald ideaal te bereiken. Ik heb er veel mensen mee bereikt, er zijn er ook veel boos geworden. Toch wilde ik mijn boodschap overbrengen. Er is behoefte in de islam aan meer vrijheid, maar de context van het debat is verpest in Nederland. Sociale controle belemmert veel mensen, dat komt niet alleen uit religie voort.
Welk verschil maak jij voor onze kleurrijke achterban wanneer je lijsttrekker zou worden?
TD: Mijn achtergrond speelt een rol, maar het feit dat ik in de kamer zit en de resultaten die ik daar tot nu toe gehaald heb zeggen voldoende. Daarnaast begrijp ik beter wat mijn generatie beweegt, en op basis daarvan maak ik contact met andere groepen. Nederland is ongemerkt al zo kleurrijk. Er zijn al zoveel gemengde relaties. Nog even en het hele integratiedebat is niet meer nodig. GroenLinks zou een goede bijdrage kunnen leveren om dit te bespoedigen. We hebben nu al het meest realistische verhaal wat betreft de multiculturele samenleving.
Welke boodschap wil je nog kwijt?
Je moet nooit accepteren wat anderen over je zeggen, kies je eigen weg en leef je eigen dromen. En vecht wanneer hier belemmeringen tegen worden opgelegd. GroenLinks is dé partij die eraan kan bijdragen dat deze belemmeringen worden opgeheven.